Mijn Co-piloot Ron

14-02-2024

Het moet het tweede of derde uur geweest zijn. Maatschappijleer van mevrouw van Leeuwarden. Een zachtaardige, veel-te-goed-voor-deze-wereld lerares met wie je kon discussiëren over je rapportcijfer. Debatteren en discussiëren was onderdeel van de lessen. Dus werd dit consequent doorgevoerd en door een enkele leerling misbruikt. ‘Vind je een 7 te laag? En waarom vind je dat je recht hebt op een 8?’ Bij goede argumenten kon je er zelfs een 9 uitslepen. Dat lef heb ik nooit gehad. Ik vond mezelf geen 9. En daar zat ik. In een kring tussen mijn nieuwe klasgenoten met het zelfvertrouwen van een naaktslak. 4 vwo bleek te hoog gegrepen en net voor de herfstvakantie werd besloten dat ik naar 4 havo moest. Met terugwerkende kracht pootje gehaakt door de scheiding van mijn ouders.

 

‘Als jij naar de havo moet, dan kunnen wij wel naar de mavo’, werd door een nieuwe klasgenoot gegrapt. Ik lachte meesmuilend mee. En daar zat hij, recht tegenover me. Zijn lange slanke gestalte viel direct op tussen de anderen. Net als zijn sluike donkerblonde haar. De reflecties in zijn pilotenbril keken minutenlang mijn kant op. Het gekakel en gekibbel over de rapportcijfers ging langs hem heen. Hij gedoogde het. De pilotenbril bleef stoïcijns en onbewogen. Een nieuwe opdracht over een politiek discussiepunt werd uitgedeeld waarvoor groepjes van twee werden gevormd. Onwennig keek ik om me heen. De lange gestalte stond op. ‘Ik doe het met die stekel’. Ik had in die tijd een new wave kapsel. Daarna liep de lange gestalte op me af. ‘Hi ik ben Ron’.

 

In minder dan een minuut ben ik gevallen voor Ron. Zijn onvoorwaardelijke bereidheid mij onder de arm te nemen. ‘Waar was je toen ik je zo hard nodig had?’, dacht ik. Aan de andere kant was ik ongelofelijk dankbaar dat hij m’n leven binnenwandelde. Ron en ik waren onafscheidelijk dat schooljaar. ‘Ze zeiken en schijten niet zonder elkaar’, werd er gezegd. En dat klopte ongeveer wel. We trokken 24/7 met elkaar op. We spijbelden samen, we dansten samen, we aten samen, we sliepen samen. Onder invloed van een slechte fles rode wijn uit het wijnrek van mijn moeder, sloten we plechtig een verbond, samen met onze vriendin Angie van de Rolling Stones. We draaiden het nr 100 keer die middag. We stonden rug aan rug en we konden de hele wereld aan. Verslaafd aan elkaars energie en aan elkaars lach. Ik voelde me onoverwinnelijk. Ik was met Ron.

 

Ik was niet weg van Ron, ik was idolaat van ‘m. Tegen het gevaarlijke aan. Ik volgde ‘m blindelings. In roekeloos gedrag. In onbezonnen acties. Ik dacht niet na. Ik was met Ron. Waar Ron kwam, gebeurde er iets. Ron wist elke ruimte te vullen met Ron. Van een uitvaart wist hij nog een dampend feest te maken. Zijn charmes waren ongenaakbaar en onweerstaanbaar. Hij kon een half uur te laat de les binnenwandelen met het excuus dat hij een eend van de verdrinkingsdood had gered. De roze boogjes van zijn tandvlees bloot lachend. Iedereen kocht het, iedereen vrat het. Want het was Ron. Conrectoren en leraren werden tot waanzin gedreven. Niemand had grip of vat op ‘m. De directeur van de Rijksscholengemeenschap had een hotline met zijn ouders die na verloop van tijd slechts hun schouders konden ophalen. Ron trok zich van niemand iets aan. Al stond de koningin op de stoep.

 

Hij had zomaar de leider van een sekte kunnen zijn. De invloed die hij had op mensen, zijn charisma, zijn overtuigingskracht, het was verbluffend. Het was bijna beangstigend. Ron spande iedereen voor zijn karretje en kreeg alles gedaan. Bus- en taxichauffeurs gaven ‘m gratis ritjes. Vrienden leenden hem hun mooiste kleren uit die ze niet meer terugzagen. Klasgenoten deden uit vrije wil zijn huiswerk voor hem. Volslagen onbekende gasten in het café kochten bier voor hem. Zijn aura bracht werkelijk iedereen in stelling. ‘Ik regel het wel’, zei hij steevast. En hij regelde het ook. Er was één ding waar hij in tekort schoot. Hij kon niet autorijden. Geen gevoel voor machinerie. Maar ook dat was geen probleem. Hij had mensen om zich heen die het wel hadden.

 

Achteraf kan ik de momenten duiden waar mijn liefde voor hem te ver ging. De keer dat hij me overhaalde om stomdronken, zonder rijbewijs in een oude Opel Kadett naar een feest te rijden. En we bijna uit de bocht vlogen op een onverlichte B-weg. De keer dat hij een tatoeage liet zetten en ik meteen exact dezelfde nam. De keer dat hij me overhaalde om samen sigarettenpeuken op onze onderarmen uit te drukken. Het gesis van de gloeiende askegel die in mijn huid zakte, hoor ik nog steeds. De geur van verschroeide haartjes en aangebrand vlees ruik ik nog. Tot vijf keer toe wist hij me zover te krijgen die avond. Ik deed het want het was stoer. En ik kreeg bewondering van Ron. De volgende ochtend keek ik met tranen in mijn ogen naar de ontstoken wonden die ik bij mezelf had veroorzaakt.

 

Waar het is misgegaan tussen ons is moeilijk te zeggen. Misschien het voorval waarbij hij me de loef afstak toen het om een meisje ging. Of me steeds vaker in gezelschap van anderen voor lul zette, me pestte met mijn haar. Of het moment dat ik ziekelijke jaloezie voelde als hij aandacht aan een andere vriend gaf. Het zijn stuk voor stuk kleine wigjes die ons steeds verder uit elkaar dreven. Echt genaaid voelde ik me toen ik merkte dat hij me alleen als taxichauffeur gebruikte naar z’n favoriete kroeg, om me vervolgens bij aankomst links te laten liggen. Het luidde een jarenlange radiostilte in waarbij we elkaar niet spraken of zagen en ik diepe rouw voelde.

 

Echt mis ging het toen ik jaren later in Portugal op vakantie was en een telefoontje kreeg van mijn moeder. ‘Eh het is Ron. Een auto-ongeluk’. Ron was ’s avonds achter het stuur gekropen en had een verhoging in het midden van een rotonde over het hoofd gezien. Hij was er met hoge snelheid overheen geraasd waarna hij gelanceerd werd. En na een vlucht van minstens 100 meter tegen een boom crashte. Dat was Ron. Damn Ron, waar was je co-piloot? Was het gebeurd als ik naast je had gezeten?

 

Lieve Ronnie. Ja ik was pissed om een aantal dingen. En het was onvermijdelijk dat we uit elkaars leven zouden verdwijnen. Maar je had natuurlijk nooit uit hét leven mogen verdwijnen. Zet de boel op stelten daarboven. Maar jou kennende heb je dat al lang gedaan.

Aanraders

Aai d’n Engel

“Hij leeft nog, maar ja….”

Mijn Co-piloot Ron

“Ze zeiken en schijten niet zonder elkaar.”

De palingvanger van Hamelen

“Ik ben de vis op het droge. Happend naar alcohol.”

Schifahren auf einem spiegel

“Waterskiën op spiegelglad water is als dansen”

Alles
voor Arnold

“Met het zelfvertrouwen van een naaktslak stap ik de zaal binnen.”

Ik drink
dus ik ben

“Ik weet niet wie ik ben zonder alcohol.”

Out of
the boks